Cette note prévoit que dans le cas où la tardiveté de la régularisation trouverait son origine dans un manquement des instances compétentes (services des contributions, l'INASTI ou la caisse d'assurances sociales) l'autorité ne peut se retrancher derrière un manquement de son administration pour refuser le paiement de la cotisation au motif qu'il y a prescription (l'adage nemo auditur turpitudinem suam allegans).
Deze nota bepaalt dat indien de laattijdigheid van de regularisatie haar oorsprong vindt in een tekortkoming van de bevoegde instanties (de belastingdienst, het RSVZ of het sociaal verzekeringsfonds), de overheid niet kan schuil gaan achter een tekortkoming van haar administratie om de betaling van de bijdragen te weigeren op grond van verjaring (adagium nemo auditur turpitudinem suam allegans).