L'administrateur qui agit contrairement aux interdictions prévues au § 1 du présent article peut être révoqué par décision motivée du Conseil d'administration, après avoir été entendu dans ses moyens de défense, sur proposition de l'assemblée générale, du conseil d'administration ou d'initiative du Gouvernement ou du groupe à l'assemblée générale qui l'avait désigné.
Indien een bestuurder handelt in strijd met de in § 1 van dit artikel vermelde verbodsbepalingen dan kan hij - op grond van een gemotiveerde beslissing van de raad van bestuur, nadat zijn verdedigingsmiddelen aanhoord werden - afgezet worden op voorstel van de algemene vergadering, de raad van bestuur of op initiatief van de Regering of van de groep bij de algemene vergadering die hem aangesteld heeft.