La disposition en cause a pour effet d'imputer le supplément de quotité exemptée pour enfant à charge dans le chef du contribuable qui a le revenu imposable le plus élevé, ce qui, selon le juge a quo, ferait perdre l'avantage fiscal aux couples mariés et aux cohabitants légaux alors que, selon l'article 140 du CIR 1992, tel qu'il est appliqué par l'administration fiscale, les cohabitants de fait ont le choix de déterminer lequel d'entre eux prend l'enfant à charge.
De in het geding zijnde bepaling heeft tot gevolg de toeslag op de belastingvrije som voor een kind ten laste aan te rekenen bij de belastingplichtige met het hoogste belastbaar inkomen, waardoor, volgens de verwijzende rechter, de gehuwde koppels en de wettelijk samenwonenden het fiscaal voordeel zouden verliezen, terwijl, luidens artikel 140 van het WIB 1992, zoals het door de belastingadministratie wordt toegepast, de feitelijk samenwonenden kunnen bepalen wie van hen het kind ten laste neemt.