8. rappelle au Conseil et à la Commission que les discussions en cours sur la directive en matière de transparence doivent apporter des bénéfices réels aux investisseurs et au public lato sensu sur le plan des obligations de publicité, informations de qualité en temps voulu à l'appui, et de rapports trimestriels non obligatoires, ce qui – comme le démontrent l'actuelle affaire Parmalat ou, bien entendu, l'affaire Enron – n'empêche certes pas les scandales financiers;
8. herinnert de Raad en de Commissie eraan dat de huidige discussies over de transparantierichtlijn moeten resulteren in daadwerkelijke voordelen voor beleggers en het grote publiek op het vlak van openbaarmakingseisen, in de zin van openbaarmaking op het juiste tijdstip van kwalitatief hoogwaardige informatie en niet van verplichte driemaandelijkse verslaglegging, die, zoals gebleken is bij de zaak-Parmalat, maar ook bij Enron, financiële schandalen niet voorkomt;