2. L’autorité d’un État membre qui était chargée de superviser la sécurité d’organismes ayant l’Agence pour autorité compétente en vertu de l’article 3, transfère à l’Agence la fonction de supervision de la sécurité de ces organismes 12 mois après la date d’entrée en vigueur du présent règlement, à l’exception de la supervision de la sécurité du gestionnaire de réseau pour laquelle le transfert, le cas échéant, à la Commission, aidée de l’Agence, est effectué à la date d’entrée en vigueur du présent règlement.
2. De autoriteit van een lidstaat die verantwoordelijk was voor het veiligheidstoezicht op organisaties waarvoor het Agentschap de bevoegde autoriteit is overeenkomstig artikel 3, dragen de veiligheidstoezichtsfunctie met betrekking tot deze organisaties twaalf maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening over aan het Agentschap, behalve in het geval van het veiligheidstoezicht op de netwerkbeheerder, waarvan de overdracht aan de Commissie, bijgestaan door het Agentschap, voor zover dat toezicht wordt overgedragen, geschiedt op de datum van inwerkingtreding van deze verordening.