Art. 5. Le Ministre dispense l'agence de travail intérimaire agréée, enregistrée, identifiée ou détectée via des sources de données authentiques, soit en Région de Bruxelles-Capitale, soit en Région flamande, soit en Communauté germanophone d'introduire une demande d'agrément préalable lorsqu'elle preste ou compte prester des services de travail intérimaire sur le territoire de la région de langue française.
Art. 5. Het uitzendbureau dat via rechtsgeldige bronnen wordt erkend, geregistreerd, geïdentificeerd of opgespoord, hetzij in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hetzij in het Vlaamse Gewest, hetzij in de Duitstalige Gemeenschap wordt door de Minister vrijgesteld van het indienen van een aanvraag om voorafgaande erkenning als het bureau uitzenddiensten op het grondgebied van het Franstalige taalgebied verstrekt of voornemens is te verstrekken.