5. Par dérogation au troisième alinéa de l’article 10, paragraphe 1, une personne physique ou morale visée au paragraphe 1 qui détient des actions dans un compte collectif est autorisée à donner procuration à toute personne pour le compte de laquelle elle détient les actions dans ce compte ou à toute personne tierce désignée par cette dernière.
5. In afwijking van artikel 10, lid 1, derde alinea, heeft een in lid 1 bedoelde persoon die effecten op een omnibusrekening aanhoudt, het recht een volmacht te verlenen aan elke persoon voor wiens rekening hij op een dergelijke rekening aandelen aanhoudt, dan wel aan een door die persoon aangewezen derde.