4. Sans préjudice de son droit interne, les autorités compétentes d'un État Partie peuvent, sans demande préalable, communiquer des informations concernant des affaires pénales à une autorité compétente d'un autre État Partie, si elles pensent que ces informations pourraient l'aider à entreprendre ou à conclure des enquêtes et des poursuites pénales, ou amener ce dernier État Partie à formuler une demande en vertu de la présente Convention.
4. De bevoegde autoriteiten van een Verdragsluitende Staat kunnen onverminderd het nationaal recht zonder voorafgaand verzoek gegevens betreffende strafrechtelijke aangelegenheden meedelen aan een bevoegde autoriteit van een andere Verdragsluitende Staat, ingeval zij van oordeel zijn dat die gegevens kunnen leiden tot het voeren of afsluiten van strafrechtelijke onderzoeken en vervolgingen, dan wel laatstgenoemde Verdragsluitende Staat ertoe te brengen op grond van dit verdrag een verzoek te formuleren.