A cet égard, la circonstance que le décret du 20 juillet 2006 visé en B.2.2 modifie l'article 12, § 2, de la
loi du 29 mai 1959 afin de fixer, à l'alinéa 15, un plafond au montant total pouvant être réclamé aux étudiants aux titre de minerval, de droits complémentaires et de frais appréciés au coût réel, n'implique pas que les dispositions antérieures, qui ne fixaient pas un tel plafond et qui font l'objet du recours, seraient contraires aux dispositions visées par le moyen, l'inconstitutio
nnalité d'une règle ancienne ne pouvant se dédui ...[+++]re de sa seule modification par une règle nouvelle.
In dat verband houdt het gegeven dat het in B.2.2 bedoelde decreet van 20 juli 2006 artikel 12, § 2, van de wet van 29 mei 1959 wijzigt teneinde in het vijftiende lid een maximumbedrag vast te stellen voor het totaalbedrag dat aan de studenten als schoolgeld, bijkomende gelden en werkelijke kosten kan worden aangerekend, niet in dat de vroegere bepalingen, die niet in een dergelijk maximumbedrag voorzagen en het voorwerp van het beroep uitmaken, in strijd zouden zijn met de in het middel beoogde bepalingen, daar de ongrondwettigheid van een vroegere regel niet kan worden afgeleid uit louter de wijziging ervan door een nieuwe regel.