Pour l'avancement aux grades d'officier supérieur et général, tous les candidats de la même ancienneté qui ont été recommandés favorablement en même temps pour le grade dont ils sont titulaires, y compris les officiers visés à l'article 37, sont, sous réserve de l'application de l'article 35, censés posséder l'ancienneté du candidat de leur ancienneté nommé le premier à ce grade lorsqu'il y a des places vacantes, ou du candidat de leur ancienneté qui aurait été nommé s'il y avait eu des places vacantes. »
Voor de bevordering tot de graden van hoofd- en opperofficier, worden alle kandidaten met dezelfde anciënniteit die tegelijk gunstig zijn aanbevolen voor de graad die zij bekleden, de in het artikel 37 bedoelde officieren inbegrepen, onverminderd de toepassing van artikel 35, geacht de anciënniteit te bezitten van de eerste in die graad benoemde kandidaat van hun anciënniteit wanneer er vacatures zijn, of van de kandidaat van hun anciënniteit die zou zijn benoemd indien er vacatures waren geweest».