i) à l'établissement de sociétés de la Communauté, un traitement non moins favorable que celui accordé à ses propres sociétés des pays tiers, si ce dernier est plus avantageux, sauf pour les secteurs figurant à l'annexe IXa auxquels un tel traitement doit être appliqué au plus tard à la fin de la période transitoire visée à l'article 3, et
i) verleent het vanaf de inwerkingtreding van de Overeenkomst voor de vestiging van vennootschappen van de Gemeenschap een niet minder gunstige behandeling dan die welke aan de nationale vennootschappen of aan die uit derde landen wordt verleend, behalve voor de in de Bijlage IXa bedoelde sectoren ten aanzien waarvan een dergelijke behandeling op zijn laatst aan het einde van de in artikel 3 bedoelde overgangsperiode wordt toegekend, en