2° Enseignement secondaire du degré inférieur : a) le diplôme d'agrégé d'enseignement religieux du degré secondaire supérieur, délivré par un institut supérieur de sciences religieuses; b) le diplôme d'agrégé ou de gradué d'enseignement religieux du degré secondaire inférieur ; c) le diplôme d'agrégé de l'enseignement secondaire inférieur; d) le diplôme de gradué complété par un certificat d'aptitudes pédagogiques délivré par le jury de la Communauté française institué à cette fin, un certificat de cours normaux techniques moyens, un diplôme d'aptitudes pédagogiques ou un certificat d'aptitude pédagogique délivré par un établissement d'enseignement de promotion sociale ; e) un certific
at portant sur ...[+++]deux années de philosophie et au moins deux années de théologie, suivies avec fruit dans un séminaire organisé ou reconnu comme équivalent par le chef du culte; f) le diplôme, à titre légal ou scientifique, de candidat délivré après deux années d'études par une université, une faculté ou un centre universitaire; g) un des titres cités au 1°, b), c), d) et e).
2° Secundair onderwijs van de lagere graad : a) het diploma van geaggregeerde van het godsdienstonderwijs van de hogere secundaire graad, uitgereikt door een hoger instituut voor godsdienstige wetenschappen; b) het diploma van geaggregeerde van het godsdienstonderwijs van de lagere secundaire graad; c) het diploma van geaggregeerde van het lager secundair onderwijs; d) het diploma van gegradueerde, aangevuld met een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid, uitgereikt door de daartoe ingestelde examencommissie van de Franse Gemeenschap, een getuigschrift van middelbare technische normaalcursussen, een diploma van pedagogische bekwaamheid of een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid, uitgereikt door een inrichting voor onderwijs vo
...[+++]or sociale promotie; e) een getuigschrift betreffende twee filosofiejaren en minstens twee theologiejaren, met vrucht gevolgd in een seminarie, georganiseerd of erkend als gelijkwaardig door het hoofd van de eredienst; f) het wettelijk of wetenschappelijk diploma van kandidaat, uitgereikt na twee leerjaren door een universiteit, een faculteit of een universitair centrum; g) één van de in 1°, b), c), d), en e) vermelde bekwaamheidsbewijzen.