Le pourcentage visé à l'alinéa 1 est obtenu en calculant le rapport entre, d'une part, le nombre d'élèves appartenant à la Communauté germanophone fixé pour l'année scolaire 2001-2002 selon les mêmes critères que ceux visés à l'article 39, § 2, de la loi de financement et, d'autre part, le nombre total des élèves appartenant à la Communauté française, à la Communauté flamande et à la Communauté germanophone fixé pour la même année scolaire selon ces mêmes critères.
Het in eerste lid bedoelde percentage wordt verkregen door de verhouding te berekenen tussen enerzijds het aantal leerlingen in de Duitstalige Gemeenschap dat voor het schooljaar 2001-2002 overeenkomstig dezelfde criteria als deze bedoeld in artikel 39, § 2, van de financieringswet wordt bepaald en anderzijds het totaal aantal leerlingen in de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap dat voor hetzelfde schooljaar aan de hand van diezelfde criteria wordt bepaald.