Il n'est pas possible, même dans le souci de la continuité du service, de procéder à la nomination de candidats unilingues en raison de la jurisprudence du Conseil d'État (C. E. , arrêt Koot, nº 65. 647, du 26 mars 1997 et C. E. , arrêt Delvaux, nº 62. 459, du 9 octobre 1996) qui rappelle que les pres criptions de la loi concernant l'emploi des langues en matière judiciaire sont d'ordre public.
Zelfs met het oog op de continuïteit van de dienst is het wegens de rechtspraak ter zake van de Raad van State (R. v. St. , Koot, nr. 65. 647 d. d. 26 maart 1997 en R. v. St. Delvaux, nr. 62. 459, d. d. 9 oktober 1996) niet mogelijk eentalige kandidaten te benoemen, want in die rechtspraak wordt onderstreept dat het bepaalde in de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken van openbare orde is.