Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "l'arrêt n° 125 2016 " (Frans → Nederlands) :

Extrait de l'arrêt n° 125/2016 du 6 octobre 2016 Numéros du rôle : 6187, 6190 et 6191 En cause : les recours en annulation partielle du décret de la Région flamande du 25 avril 2014 relatif au permis d'environnement, introduits par l'ASBL « Aktiekomitee Red de Voorkempen » et autres, par l'ASBL « Natuurpunt, Vereniging voor natuur en landschap in Vlaanderen » et autres et par A.M. et autres.

Uittreksel uit arrest nr. 125/2016 van 6 oktober 2016 Rolnummers : 6187, 6190 en 6191 In zake : de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, ingesteld door de vzw « Aktiekomitee Red de Voorkempen » en anderen, door de vzw « Natuurpunt, Vereniging voor natuur en landschap in Vlaanderen » en anderen en door A.M. en anderen.


Extrait de l'arrêt n° 125/2017 du 19 octobre 2017

Uittreksel uit arrest nr. 125/2017 van 19 oktober 2017


Par son arrêt n° 125/2011, du 7 juillet 2011, la Cour a jugé à propos des différences de délais de préavis pour les ouvriers et les employés :

Bij zijn arrest nr. 125/2011 van 7 juli 2011 heeft het Hof in verband met de verschillende opzeggingstermijnen voor arbeiders en bedienden geoordeeld :


En adoptant la loi du 26 décembre 2013, le législateur a donné suite à l'arrêt n° 125/2011 de la Cour en ce qu'il a modifié « la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail dans ses dispositions relatives aux délais de préavis et au jour de carence » (Doc. parl., Chambre, 2013-2014, DOC 53-3144/001, p. 4).

Met de wet van 26 december 2013 heeft de wetgever gevolg gegeven aan het arrest nr. 125/2011 van het Hof door « de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten te wijzigen in haar bepalingen betreffende de opzeggingstermijnen en de carensdag » (Parl. St., Kamer, 2013-2014, DOC 53-3144/001, p. 4).


La Commission européenne a demandé aujourd'hui au Luxembourg, à la Pologne et au Portugal de se conformer à des arrêts de la Cour de la justice de l'UE relatifs au bon fonctionnement du marché intérieur dans le domaine du transport routier.Dans trois arrêts rendus en 2016[†], la Cour a jugé que ces États membres enfreignaient le droit de l'UE [et plus précisément le règlement (CE) nº 1071/2009] parce qu'ils n'avaient pas établi leur registre électronique national des entreprises de transport routier et qu'ils n'avaient pas interconnecté celui-ci avec les registres des autres États membres.Les registres électroniques nationaux des entrepr ...[+++]

De Europese Commissie heeft Luxemburg, Polen en Portugal vandaag verzocht te voldoen aan de arresten van het Hof van Justitie van de EU betreffende de goede werking van de interne markt voor wegvervoer. In drie arresten uit 2016[†] heeft het Hof vastgesteld dat deze lidstaten het EU-recht (Verordening (EG) nr. 1071/2009) schenden door geen nationaal elektronisch register van wegvervoerondernemingen te hebben aangelegd en geen koppeling daarvan met de registers van de andere lidstaten tot stand te hebben gebracht. Nationale elektronische registers van wegvervoerondernemingen zijn databanken die bepaalde informatie (bijvoorbeeld naam, adre ...[+++]


Dans une série d'arrêts précédents, la Cour a déjà indiqué que, pour fixer le délai d'introduction d'un recours ou d'une demande de suspension, il faut - à défaut de précision dans la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle et par analogie avec le régime de l'article 54 du Code judiciaire - calculer de quantième à veille de quantième (voir arrêt n° 125/2012 du 18 octobre 2012, B.2).

Het Hof heeft reeds in een reeks voorafgaande arresten te kennen gegeven dat - bij ontstentenis van een nadere precisering in de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof en naar analogie met de regeling van artikel 54 van het Gerechtelijk Wetboek - voor het bepalen van de termijn voor het instellen van een beroep of van een vordering tot schorsing moet worden gerekend van de zoveelste tot de dag vóór de zoveelste (zie arrest nr. 125/2012 van 18 oktober 2012, B.2).


En effet, comme la Cour l'a jugé en B.6 de son arrêt n° 84/2001, du 21 juin 2001, et en B.4.2 de son arrêt n° 125/2011, du 7 juillet 2011, le régime de l'article 63 de la loi relative aux contrats de travail, qui vise à protéger les seuls ouvriers, avait été instauré par le législateur dans un souci de compenser une autre différence de traitement, qui concernait les délais de préavis et favorisait les employés.

Immers, zoals het Hof heeft geoordeeld in B.6 van zijn arrest nr. 84/2001 van 21 juni 2001 en in B.4.2 van zijn arrest nr. 125/2011 van 7 juli 2011, was de regeling van artikel 63 van de Arbeidsovereenkomstenwet, dat enkel de bescherming van de arbeiders beoogt, door de wetgever ingevoerd vanuit de bekommernis om een ander verschil in behandeling te compenseren, namelijk dat inzake de opzeggingstermijnen, dat de bedienden bevoordeelde.


En ce qui concerne les délais de préavis différents, instaurés par la loi relative aux contrats de travail, selon que le travailleur licencié a le statut d'ouvrier ou d'employé, la Cour a jugé ce qui suit, par son arrêt n° 125/2011, du 7 juillet 2011 : « B.3.1.

Bij zijn arrest nr. 125/2011 van 7 juli 2011 heeft het Hof in verband met de bij de Arbeidsovereenkomstenwet ingestelde verschillende opzeggingstermijnen, naargelang de ontslagen werknemer het statuut van arbeider of dat van bediende heeft, geoordeeld : « B.3.1.


Elle fait valoir que la Cour a jugé, par son arrêt n° 125/2011 du 7 juillet 2011, que l'article 59 de la loi relative aux contrats de travail, qui fixait les délais de préavis pour les ouvriers, était contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution, tout en maintenant les effets de cette disposition jusqu'au 8 juillet 2013, de sorte qu'il ne peut plus s'appliquer après cette date.

Zij voert aan dat het Hof bij zijn arrest nr. 125/2011 van 7 juli 2011 heeft geoordeeld dat artikel 59 van de Arbeidsovereenkomstenwet, dat de opzeggingstermijnen voor de arbeiders bepaalde, in strijd is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, met handhaving van de gevolgen van die bepaling tot 8 juli 2013, zodat die bepaling na die datum geen toepassing meer kan vinden.


Si cette différence de traitement est discriminatoire, la Cour doit prendre en compte les effets qu'aura cet arrêt préjudiciel sur le litige pendant et sur d'autres affaires et examiner dans quelle mesure l'incidence de sa décision doit être tempérée afin de ne pas faire obstacle à l'harmonisation progressive des statuts autorisée dans ses arrêts antérieurs, comme elle l'a décidé en B.5.1 de son arrêt n° 125/2014.

Ook al is dat verschil in behandeling discriminerend, dient het Hof rekening te houden met de gevolgen die dat prejudicieel arrest zal hebben voor het hangende geschil en voor andere zaken, en moet het onderzoeken in welke mate de weerslag van zijn beslissing dient te worden gemilderd teneinde de in zijn eerdere arresten toegestane geleidelijke harmonisatie van de statuten niet te doorkruisen, zoals het besliste in B.5.1 van zijn arrest nr. 125/2011.




Anderen hebben gezocht naar : extrait de l'arrêt     l'arrêt n° 125 2016     l'arrêt n° 125 2017     son arrêt     arrêt n° 125 2011     suite à l'arrêt     décembre     des arrêts     quantième voir arrêt     arrêt n° 125 2012     qu'aura cet arrêt     arrêt n° 125 2014     


datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

l'arrêt n° 125 2016 ->

Date index: 2024-02-07
w