Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "l'arrêt n° 22 2016 " (Frans → Nederlands) :

Comme il l'a fait dans les affaires qui ont donné lieu à l'arrêt n° 168/2016 du 22 décembre 2016, le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de cette disposition avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 2 du Code pénal, avec l'article 15 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques et avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'elle impose au juge saisi après l'entrée en vigueur de la loi du 9 mars 2014, en cas de condamnation d'un prévenu récidiviste à une peine de déchéance du droit d ...[+++]

Zoals hij heeft gedaan in de zaken die aanleiding hebben gegeven tot het arrest nr. 168/2016 van 22 december 2016, stelt de verwijzende rechter aan het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 2 van het Strafwetboek, met artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij de rechter bij wie de zaak na de inwerkingtreding van de wet van 9 maart 2014 aanhangig is gemaakt, e ...[+++]


La Commission européenne a demandé aujourd'hui au Luxembourg, à la Pologne et au Portugal de se conformer à des arrêts de la Cour de la justice de l'UE relatifs au bon fonctionnement du marché intérieur dans le domaine du transport routier.Dans trois arrêts rendus en 2016[†], la Cour a jugé que ces États membres enfreignaient le droit de l'UE [et plus précisément le règlement (CE) nº 1071/2009] parce qu'ils n'avaient pas établi leur registre électronique national des entreprises de transport routier et qu'ils n'avaient pas interconnecté celui-ci avec les registres des autres États membres.Les registres électroniques nationaux des entrepr ...[+++]

De Europese Commissie heeft Luxemburg, Polen en Portugal vandaag verzocht te voldoen aan de arresten van het Hof van Justitie van de EU betreffende de goede werking van de interne markt voor wegvervoer. In drie arresten uit 2016[†] heeft het Hof vastgesteld dat deze lidstaten het EU-recht (Verordening (EG) nr. 1071/2009) schenden door geen nationaal elektronisch register van wegvervoerondernemingen te hebben aangelegd en geen koppeling daarvan met de registers van de andere lidstaten tot stand te hebben gebracht. Nationale elektronische registers van wegvervoerondernemingen zijn databanken die bepaalde informatie (bijvoorbeeld naam, adre ...[+++]


Par l'arrêt n° 170/2016 du 22 décembre 2016, publié au Moniteur belge du 27 décembre 2016, la Cour a suspendu l'article 11 de la loi du 10 juillet 2016 « modifiant la loi du 4 avril 2014 réglementant les professions des soins de santé mentale et modifiant l'arrêté royal n° 78 du 10 novembre 1967 relatif à l'exercice des professions des soins de santé d'une part et modifiant la loi relative à l'exercice des professions des soins de santé, coordonnée le 10 mai 2015 d'autre part » en ce qu'il ne prévoit aucun régime transitoire pour les personnes qui, avant l'entrée en vigueur de cette loi, exerçaie ...[+++]

Bij het arrest nr. 170/2016 van 22 december 2016, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 27 december 2016, heeft het Hof artikel 11 van de wet van 10 juli 2016 « tot wijziging van de wet van 4 april 2014 tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen [enerzijds] en tot wijziging van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015 anderzijds », in zoverre het in geen overgangsregeling voorziet voor personen d ...[+++]


Par son arrêt n° 18/2016, du 3 février 2016, la Cour a dit pour droit que l'article 318, § 2, du Code civil violait l'article 22 de la Constitution, combiné avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il impose à l'enfant âgé de plus de 22 ans un délai d'un an à compter de la découverte du fait que le mari de sa mère n'est pas son père pour intenter une action en contestation de paternité.

Bij zijn arrest nr. 18/2016 van 3 februari 2016 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek een schending inhoudt van artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre daarin aan het kind ouder dan 22 jaar een termijn wordt opgelegd van één jaar vanaf de ontdekking van het feit dat de echtgenoot van zijn moeder niet zijn vader is om een vordering tot betwisting van het vaderschap in te stellen.


Par l'arrêt n° 77/2016 précité, la Cour a dit pour droit que l'article 330, § 1, alinéa 4, du Code civil violait les articles 10, 11 et 22 de la Constitution, combinés avec les articles 8 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il impose à l'enfant âgé de plus de 22 ans un délai d'un an à compter de la découverte du fait que la personne qui l'a reconnu n'est pas son père pour intenter une action en contestation de la reconnaissance paternelle.

Bij het voormelde arrest nr. 77/2016 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, schond in zoverre daarin aan het kind ouder dan 22 jaar een termijn wordt opgelegd van één jaar vanaf de ontdekking van het feit dat de persoon die het heeft erkend niet zijn vader is om een vordering tot betwisting van de vaderlijke erkenning in te stellen.


Extrait de l'arrêt n° 118/2016 du 22 septembre 2016 Numéro du rôle : 6223 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 2, § 1, 1°, dernier membre de phrase, de la loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 2 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, posées par la Cour du travail de Gand.

Uittreksel uit arrest nr. 118/2016 van 22 september 2016 Rolnummer : 6223 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 2, § 1, 1°, laatste zinsnede, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, gesteld door het Arbeidshof te Gent.


Extrait de l'arrêt n° 122/2016 du 22 septembre 2016 Numéro du rôle : 6319 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 64, § 1, alinéa 1, et § 2, de la loi du 22 juillet 1953 créant un Institut des Réviseurs d'Entreprises et organisant la supervision publique de la profession de réviseur d'entreprises, posées par la chambre d'expression néerlandaise de la Commission d'appel de l'Institut des Réviseurs d'Entreprises.

Uittreksel uit arrest nr. 122/2016 van 22 september 2016 Rolnummer : 6319 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 64, § 1, eerste lid, en § 2, van de wet van 22 juli 1953 houdende oprichting van een Instituut van de Bedrijfsrevisoren en organisatie van het publiek toezicht op het beroep van bedrijfsrevisor, gesteld door de Nederlandstalige kamer van de Commissie van Beroep van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren.


Extrait de l'arrêt n° 116/2016 du 22 septembre 2016 Numéro du rôle : 6217 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 347-1 du Code civil, posée par le Tribunal de première instance de Flandre orientale, division Gand.

Uittreksel uit arrest nr. 116/2016 van 22 september 2016 Rolnummer : 6217 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 347-1 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent.


Extrait de l'arrêt n° 123/2016 du 22 septembre 2016 Numéro du rôle : 6385 En cause : le recours en annulation des articles 20 à 22 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 18 décembre 2015 portant la première partie de la réforme fiscale, introduit par l'ASBL « FEGE » et autres.

Uittreksel uit arrest nr. 123/2016 van 22 september 2016 Rolnummer : 6385 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 20 tot 22 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 18 december 2015 houdende het eerste deel van de fiscale hervorming, ingesteld door de vzw « FEBEM » en anderen.


Par son arrêt n° 18/2016, du 3 février 2016, la Cour a dit pour droit que l'article 318, § 2, du Code civil violait l'article 22 de la Constitution, combiné avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il impose à l'enfant âgé de plus de 22 ans un délai d'un an à compter de la découverte du fait que le mari de sa mère n'est pas son père pour intenter une action en contestation de paternité.

Bij zijn arrest nr. 18/2016 van 3 februari 2016 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek een schending inhoudt van artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre daarin aan het kind ouder dan 22 jaar een termijn wordt opgelegd van één jaar vanaf de ontdekking van het feit dat de echtgenoot van zijn moeder niet zijn vader is om een vordering tot betwisting van het vaderschap in te stellen.




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

l'arrêt n° 22 2016 ->

Date index: 2023-05-08
w