Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «l'arrêt nº 96 2004 » (Français → Néerlandais) :

Par son arrêt n° 96/2011, du 31 mai 2011, la Cour a jugé à propos d'une action en contestation de présomption de paternité introduite par un enfant majeur contre le mari de sa mère alors que cette présomption ne correspondait ni à la vérité biologique ni, en l'absence de possession d'état, à la vérité socio-affective : « B.7.

Bij zijn arrest nr. 96/2011 van 31 mei 2011 heeft het Hof, met betrekking tot een vordering tot betwisting van het vermoeden van vaderschap die door een meerderjarig kind tegen de echtgenoot van zijn moeder was ingesteld terwijl dat vermoeden noch met de biologische waarheid, noch, bij ontstentenis van een bezit van staat, met de socioaffectieve waarheid overeenstemde, geoordeeld : « B.7.


Extrait de l'arrêt n° 96/2016 du 16 juin 2016 Numéro du rôle : 6268 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1211, § 2, alinéa 6, du Code judiciaire, posée par la Cour d'appel de Gand.

Uittreksel uit arrest nr. 96/2016 van 16 juni 2016 Rolnummer : 6268 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1211, § 2, zesde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.


Par son arrêt n° 96/2000 du 20 septembre 2000, la Cour a en effet constaté que l'article 80, § 1, de la loi du 9 juillet 1975 établissait une discrimination entre, d'une part, les personnes victimes d'un accident de roulage impliquant plusieurs véhicules et pour lequel il n'est pas possible de déterminer lequel des conducteurs est responsable des dommages et, d'autre part, entre autres les personnes victimes d'un accident de roulage causé par un véhicule à moteur non identifié.

Bij zijn arrest nr. 96/2000 van 20 september 2000 heeft het Hof immers vastgesteld dat artikel 80, § 1, van de wet van 9 juli 1975 een discriminatie inhield tussen, enerzijds, de personen die het slachtoffer zijn van een verkeersongeval waarbij verschillende voertuigen zijn betrokken en waarbij niet kan worden bepaald wie van de bestuurders voor de schade aansprakelijk is, en, anderzijds, onder meer de personen die het slachtoffer zijn van een verkeersongeval veroorzaakt door een niet-geïdentificeerd motorvoertuig.


Par son arrêt n° 96/2011 du 31 mai 2011, la Cour a jugé, à propos d'une action en contestation de présomption de paternité introduite par un enfant majeur contre le mari de sa mère alors que cette présomption ne correspondait ni à la vérité biologique, ni, en l'absence de possession d'état, à la vérité socio-affective : « B.7.

Bij zijn arrest nr. 96/2011 van 31 mei 2011 heeft het Hof, met betrekking tot een vordering tot betwisting van het vermoeden van vaderschap die door een meerderjarig kind tegen de echtgenoot van zijn moeder was ingesteld terwijl dat vermoeden noch met de biologische waarheid, noch, bij ontstentenis van een bezit van staat, met de socioaffectieve waarheid overeenstemde, geoordeeld : « B.7.


L'action pendante devant le juge a quo se distingue du cas ayant donné lieu à l'arrêt n° 96/2011 dès lors qu'il existerait, en l'espèce, une possession d'état entre l'ex-époux de la mère et l'enfant qui conteste son lien de filiation avec celui-ci.

De voor de verwijzende rechter hangende vordering onderscheidt zich van het geval dat aanleiding heeft gegeven tot het arrest nr. 96/2011, aangezien er te dezen een bezit van staat zou bestaan tussen de ex-echtgenoot van de moeder en het kind dat zijn afstammingsband met hem betwist.


La Cour constitutionnelle rappelle régulièrement qu'« aucune disposition de droit international ou de droit interne n'interdit au législateur qui a choisi un système de représentation proportionnelle d'y apporter des limitations raisonnables afin de garantir le bon fonctionnement des institutions démocratiques » (cf. entre autres, Cour constitutionnelle, arrêt nº 96/2004 du 26 mai 2004, B.9.4; Cour constitutionnelle, arrêt nº 103/2004 du 9 juin 2004, B.8.4; Cour constitutionnelle, nº 78/2005 du 27 avril 2005, B.11.3).

Het Grondwettelijk Hof herinnert er regelmatig aan dat « geen enkele bepaling van internationaal recht of van intern recht [.] eraan in de weg [staat] dat de wetgever die voor een stelsel van evenredige vertegenwoordiging heeft gekozen, daarop redelijke beperkingen aanbrengt, teneinde de goede werking van de democratische instellingen te waarborgen » (zie onder meer GwH., nr. 96/2004 van 26 mei 2004, B.9.4; GwH., nr. 103/2004 van 9 juni 2004, B.8.4; GwH., nr. 78/2005 van 27 april 2005, B.11.3).


La Cour souligne qu'« un seuil électoral, fût-il élevé, ne constitue qu'une modalité ou un critère de modulation du système de représentation proportionnelle » (Cour constitutionnelle, arrêt nº 96/2004 du 26 mai 2004, B.11.1, alinéa 1 ).

Het Hof benadrukt dat « een kiesdrempel, ook al is die hoog, [.] niet meer [is] dan een regeling of criterium om het stelsel van de evenredige vertegenwoordiging te moduleren » (GwH., nr. 96/2004 van 26 mei 2004, B.11.1, eerste lid).


Lors de l'examen de la proposition de loi, qui vise à mettre l'article 124 de la loi sur le contrat d'assurance terrestre en conformité avec un arrêt rendu par la Cour constitutionnelle le 26 juin 2008 (l'arrêt nº 96/2008), il a été fait référence à l'arrêt du 26 mai 1999 portant sur l'article 128 de la même loi, article pour lequel le législateur doit encore toujours légiférer.

Tijdens de bespreking van het wetsvoorstel, dat artikel 124 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst wil aanpassen aan een arrest van het Grondwettelijk Hof van 26 juni 2008 (nr. 96/2008), werd gewezen op het arrest van 26 mei 1999 met betrekking tot artikel 128 van dezelfde wet, waar de wetgever nog steeds wetgevend moet optreden.


Lors de l'examen de la proposition de loi, qui vise à mettre l'article 124 de la loi sur le contrat d'assurance terrestre en conformité avec un arrêt rendu par la Cour constitutionnelle le 26 juin 2008 (l'arrêt nº 96/2008), il a aussi été fait référence à l'arrêt du 26 mai 1999 portant sur l'article 128 de la même loi, article pour lequel le législateur doit encore légiférer.

Tijdens de bespreking van het wetsvoorstel, dat artikel 124 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst wil aanpassen aan een arrest van het Grondwettelijk Hof van 26 juni 2008 (nr. 96/ 2008), werd ook gewezen op het arrest van 26 mei 1999 met betrekking tot artikel 128 van dezelfde wet, waar de wetgever nog steeds wetgevend moet optreden.


l'arrêt nº 96/2004, rendu le 26 mai 2004, en cause les demandes de suspension des articles 6, 7, 8 et 18 de la loi spéciale du 2 mars 2004 portant diverses modifications en matière de législation électorale, introduites par F.-X. Robert et par H. Van De Cauter et A. Mahiat (numéros du rôle 2968 et 2974) ;

het arrest nr. 96/2004, uitgesproken op 26 mei 2004, inzake de vorderingen tot schorsing van de artikelen 6, 7, 8 en 18 van de bijzondere wet van 2 maart 2004 houdende verschillende wijzigingen van de kieswetgeving, ingesteld door F.-X. Robert en door H. Van De Cauter en A. Mahiat (rolnummers 2968 en 2974);




D'autres ont cherché : son arrêt     arrêt n° 96 2011     extrait de l'arrêt     l'arrêt n° 96 2016     arrêt n° 96 2000     lieu à l'arrêt     l'arrêt n° 96 2011     cour constitutionnelle arrêt     arrêt nº 96 2004     avec un arrêt     juin     l'arrêt     rôle     l'arrêt nº 96 2004     


datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

l'arrêt nº 96 2004 ->

Date index: 2024-08-03
w