Dans les matières prévues aux articles 145, 148, 302, 361, § 3, 367, § 7, dernier alinéa, 373, 374, 375, 376, 377, 379 et 477 du Code civil, les père et mère et éventuellement la personne à qui la garde de l'enfant a été confiée, sont convoqués devant le tribunal par le greffier.
In aangelegenheden bedoeld in de artikelen 145, 148, 302, 361, § 3, 367, § 7, laatste lid, 373, 374, 375, 376, 377, 379 en 477 van het Burgerlijk Wetboek, worden de vader, de moeder en eventueel de persoon aan wie de bewaring van het kind is toevertrouwd, voor de rechtbank opgeroepen door de griffier.