2. rappelle qu'il ressort de la lecture combinée de l'article 205 du traité sur le fonctionnement de l'Union européenne et de l'article 21 du traité UE, que l'action extérieure de l'Union, y compris la politique commerciale commune, doit s'attacher à promouvoir «[...] la démocratie, l'État de droit, l'universalité et l'indivisibilité des droits de l'homme et des libertés fondamentales, le respect de la dignité humaine, les principes d'égalité et de solidarité et le respect des principes de la charte des Nations unies et du droit international» et à établir des partenariats avec des pays tiers partageant ces principes;
2. herinnert eraan dat het extern optreden van de Unie, met inbegrip van het gemeenschappelijk handelsbeleid, overeenkomstig de gecombineerde lezing van artikel 205 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 21 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, is gericht op de bevordering van „(.) de democratie, de rechtsstaat, de universaliteit en de ondeelbaarheid van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, de eerbiediging van de menselijke waardigheid, de beginselen van gelijkheid en solidariteit en de naleving van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties en het internationaal recht”, alsmede op de totstandbrenging van partnerschap met derde landen die bovengenoemde beginselen delen;