La détention des premiers se fonde sur un mandat d'arrêt qui n'a fait l'objet d'aucun contrôle par un tribunal : il se justifie d'en limiter la durée à sept jours et de prévoir que, s'il renvoie la cause au procureur du Roi, le tribunal statue par la même ordonnance sur le maintien du prévenu en détention, jusqu'à la signification éventuelle d'un mandat d'arrêt dans les vingt-quatre heures (article 216sexies, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle).
De hechtenis van de eerstgenoemden is gebaseerd op een bevel tot aanhouding dat aan geen enkele controle door een rechtbank onderworpen is geweest : het is verantwoord de duur ervan te beperken tot zeven dagen en erin te voorzien dat, indien de rechtbank de zaak terugzendt aan de procureur des Konings, zij bij dezelfde beschikking beslist over de handhaving van de beklaagde in hechtenis tot aan de eventuele betekening van een bevel tot aanhouding binnen vierentwintig uur (artikel 216sexies, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering).