« Schenden artikel 350, artikel 356-1, tweede lid, en artikel 356-4 van het Burgerlijk Wetboek, al dan niet in sa
menhang gelezen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere, supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met name artikel 8 ervan, in zoverre aan de vaststelling van de afstamming van een nadien geadopteerd kind geen ander gevolg toekomt dan de verbodsbepalingen van de artikelen 161 tot 164 van het Burgerlijk Wetboek, dit in tegenstelling tot een dergelijke vaststelling van de afstamming ten aanzien van een niet-geadopteerd natuurlijk kind, waa
...[+++]raan alle gevolgen verbonden zijn van artikel 334 van het Burgerlijk Wetboek, en dat terwijl, vermits volle adoptie in principe en onder voorbehoud van uitzonderingen in de rechtspraak onherroepelijk is, een geadopteerde niet over dezelfde rechten beschikt om aan de op een later tijdstip vastgestelde afstamming dezelfde gevolgen te laten verbinden als een afstamming die is vastgesteld ten aanzien van een niet-geadopteerd natuurlijk kind, zijnde die van artikel 334 van het Burgerlijk Wetboek ?