Un membre d'une assemblée législative ne justifie donc pas, en cette seule qualité, de l'intérêt requis pour agir devant la Cour (cf. notamment l'arrêt n° 131/2003 du 8 octobre 2003, B.3.3, et l'arrêt n° 32/2012 du 1 mars 2012, B.3).
Een lid van een wetgevende vergadering doet dus niet, in die enkele hoedanigheid, blijken van het vereiste belang om voor het Hof op te treden (zie o.a. arrest nr. 131/2003 van 8 oktober 2003, B.3.3, en arrest nr. 32/2012 van 1 maart 2012, B.3).