La juridiction a quo demande si l'article 324ter, § 1 , du Code pénal viole les articles 10 et 11 de la Constitution dans la mesure où il dispose que toute personne qui, sciemment et volontairement, fait partie d'une organisation criminelle est punie de peines correctionnelles, même si elle n'a pas l'intention de commettre une infraction dans le cadre de cette organisation ni de s'y associer d'une des manières prévues par les articles 66 à 69 du Code pénal, alors que ni les articles 139 à 141ter du Code pénal (organisations terroristes), ni les articles 322
à 324 du même Code (association de malfaiteurs) ne rendent punissable une telle f
...[+++]orme d'implication.Het verwijzende rechtscollege vraagt of artikel 324ter, § 1, van het Strafwetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre het bepaalt dat iedere persoon die wetens en willens is betrok
ken bij een criminele organisatie wordt gestraft met correctionele straffen, ook al heeft hij niet de bedoeling een misdrijf in het raam van die organisatie te plegen of daaraan deel te nemen op één van de in de artikelen 66 tot 69 van het Strafwetboek bedoelde wijzen, terwijl een dergelijke vorm van betrokkenheid niet strafbaar wordt gesteld in de artikelen 139 tot 141ter van het Strafwetboek (terroristische organisaties), noch in de arti
...[+++]kelen 322 tot 324 van het Strafwetboek (bendevorming).