(12) Ainsi, l'exposé des motifs précédant le projet devenu la loi du 11 avril 1962 autorisant le passage et le séjour en Belgique des troupes des pays liés à la Belgique
par le Traité de l'Atlantique Nord considère que, « [l]e Parlement ayant approuvé le Traité de l'Atlantique
Nord, on peut en conclure qu'il a donné implicitement l'autorisation requise par l'article 121 [devenu 185] de la Constitution pour le passage et le séjour en Belgique des troupes des pays membres de l'OTAN dans le cadre de la défense commune » (do c. Chambre, 1959-1960, no 646/1; la loi d'assentiment ici visée est celle d
...[+++]u 2 juin 1949 portant approbation au Traité de l'Atlantique-Nord, signé à Washington, le 4 avril 1949).(
12) Aldus wordt in de memorie van toelichting bij het ontwerp dat aanleiding gegeven heeft tot de wet van 11 april 1962 die de doortocht en het verblijf in België toelaat van de troepen van de met België door het Noord-Atlantisch Verdrag verbonden landen, gesteld dat « men mag besluiten dat het Parlement, door het ondertekenen van het Noord-Atlantisch Verdrag, stilzwijgend de door het artikel 121 (dat artikel 185 geworden is) van de Grondwet vereiste toestemming heeft gegeven voor de doortocht en het verblijf in België van de troepen der landen, leden van de NAVO, in het kader der gemeenschappelijke verdediging » (stuk Kamer, 1959-1960, nr. 646/1; de hier
...[+++]bedoelde instemmingswet is die van 2 juni 1949 houdende goedkeuring van het Noord-Atlantisch Verdrag, ondertekend op 4 april 1949 te Washington).