En outre, deux tiers de l'ensemble des magistrats du parquet de Bruxelles et de l'auditorat du travail doivent justifier, par l'examen mentionné à l'article 43quinquies, § 1 , alinéa 3, d'une connaissance suffisante de la langue française et de la langue néerlandaise.
Bovendien moet twee derden van alle magistraten van het Brussels parket en van het arbeidsauditoraat het bewijs leveren van een voldoende kennis van de Nederlandse en de Franse taal, op grond van het in artikel 43quinquies, § 1, derde lid, bedoelde examen.