§2. a) Lorsque la qualité de vie générale (notamment l'autonomie) du patient a été altérée de manière radicale par un accident, par une maladie ou par une autre cause quelconque, sans qu'il puisse pour autant être considéré comme se trouvant en phase terminale, le médecin explique au patient qui en a fait la demande par écrit, quel est le diagnostic, ce que sera la qualité de sa vie selon les prévisions et quelles sont les possibilités ouvertes par l'article 4.
§2.a) Wanneer de algemene levenskwaliteit van de patiënt (onder meer de zelfredzaamheid) drastisch is aangetast door een ongeval, een ziekte of een andere oorzaak, zonder dat hij reeds als terminaal kan worden beschouwd, zet de arts, na schriftelijk verzoek van de patiënt, de diagnose en de verwachtingen met betrekking tot de kwaliteit van zijn verdere leven uiteen en de mogelijkheden, bepaald in artikel 4.