Art. 15. § 1 . Pour surmonter toute difficulté temporaire d'approvisionnement général en plant
s de base ou plants certifiés dans l'Union européenne, ne pouvant être résolue autrement, le Ministre ou son délégué désigné à l'article 14, 1° peut,
après en avoir été autorisé par les institutions de l'Union européenne, pour une période déterminée, autoriser la commercialisation, dans les quantités requises pour résoudre les difficultés d'approvisionnement, de plants d'une catégorie soumise à des exigences moins strict
...[+++]es ou des plants de pommes de terre de variétés ne figurant pas au catalogue national des variétés des espèces agricoles, visé à l'arrêté royal du 8 juillet 2001 relatif aux catalogues nationaux des variétés d'espèces agricoles et de légumes, ou au catalogue commun des variétés des espèces de plantes agricoles visé à la Directive 2002/53/CE du Conseil du 13 juin 2002 concernant le catalogue commun des variétés des espèces de plantes agricoles.Art. 15. § 1. Ten einde tijdelijke moeilijkheden op
te heffen die zich voordoen bij de algemene voorziening in de Europese Unie m
et basispootgoed of gecertificeerd pootgoed, en die niet op een andere manier kunnen worden overwonnen, kan de Minister, of zijn afgevaardigde aangewezen in artikel 14, 1°, mits hiertoe gemachtigd te zijn door de instellingen van de Europese Commissie, voor een vastgestelde periode de voor het oplossen van de voorzieningsmoeilijkheden nodige hoeveelheden pootgoed van een categorie waaraan minder strenge ei
...[+++]sen zijn gesteld, of pootgoed van rassen die noch in de nationale catalogus voor landbouwgewassen vastgesteld bij het koninklijk besluit van 8 juli 2001 betreffende de nationale rassencatalogi voor landbouwgewassen en groentegewassen, noch in de " Gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen" bedoeld in Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen voorkomen, tot de handel toelaten.