1. Les agents d'une des Parties qui, dans le cadre d'une enquête judiciaire, observent dans leur pays une personne présumée avoir participé à un fait punissable pouvant donner lieu à extradition, ou une personne à l'égard de laquelle il y a de sérieuses raisons de penser qu'elle peut conduire à l'ide
ntification ou à la localisation de la personne ci-dessus mentionnée sont autorisés à continuer cette observation sur le territoire
d'une autre Partie, lorsque celle-ci a autorisé l'observation transfrontalière sur la
...[+++]base d'une demande d'entraide judiciaire présentée au préalable.
1. De ambtenaren van een van de Partijen die, in het kader van een gerechtelijk onderzoek, in hun land een persoon observeren van wie wordt vermoed dat hij heeft deelgenomen aan een strafbaar feit dat aanleiding kan geven tot uitlevering, of een persoon ten aanzien van wie ernstige redenen bestaan om aan te nemen dat hij kan leiden tot de identificatie of tot de lokalisatie van de supra bedoelde persoon, zijn gemachtigd deze observatie voort te zetten op het grondgebied van een andere Partij, ingeval deze Partij met de grensoverschrijdende observatie heeft ingestemd op grond van een vooraf gedaan verzoek om wederzijdse rechtshulp.