3. Les États membres veillent à ce que, en cas de désaccord définitif sur une décision rela
tive aux redevances aéroportuaires, l'entité gestionnaire de l'aéroport ou les usagers de l'aéroport, dans la mesure où ils représentent au moins deux compagnies aériennes indépendantes l'une de l'autre ou, sur une base annuelle, au moins 10 % des mouvement d'aéronefs ou des mouvements de passag
ers dans l'aéroport concerné, puissent faire appel à l'autorité de régulation indépendante, qui examine les motifs justifiant la mod
...[+++]ification du système de redevances aéroportuaires ou du niveau des redevances aéroportuaires.
3. De lidstaten zien erop toe dat, wanneer definitieve onenigheid bestaat over een beslissing over de luchthavengelden, het beheersorgaan van de luchthaven of de luchthavengebruikers, voorzover zij ten minste twee van elkaar onafhankelijke luchtvaartmaatschappijen vertegenwoordigen of ten minste 10% van de jaarlijkse vliegbewegingen respectievelijk van het jaarlijkse passagiersaanbod op de betrokken luchthaven voor hun rekening nemen, de tussenkomst kunnen vragen van een onafhankelijke regelgevende instantie die de motivering van de wijziging van het systeem van luchthavengelden of het niveau van de luchthavengelden onderzoekt.