En réponse à la question no 218 du 5 mars 1996 de M. De Man concernant l'emploi des langues par la police aéronautique de l'aéroport de Bruxelles-national, vous affirmiez que les procès-verbaux pour contraventions au code de la route rédigés par les agents de ce service devaient l'être obligatoirement en néerlandais alors que les procès-verbaux ayant trait à la constatation de crimes et délits pouvaient être rédigés en français sous certaines conditions (Questions et Réponses, Chambre, 1996-1997, no 66, p. 8836).
In antwoord op vraag nr. 218 van 5 maart 1996 van de heer De Man betreffende het taalgebruik door de luchthavenpolitie van de luchthaven Brussel-nationaal bevestigde u dat de processen-verbaal die betrekking hebben op overtredingen van het verkeersreglement, door de agenten van die dienst in het Nederlands moesten worden opgesteld, terwijl de processen-verbaal betreffende wanbedrijven en misdaden onder bepaalde voorwaarden in het Frans konden worden opgesteld (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1996-1997, nr. 66, blz. 8836).