Donc, en votant cet amendement 3, on dit bien qu’une distinction doit être opérée entre les services commerciaux et les services publics et que les services publics tels que l’eau, l’assainissement et l’énergie ne doivent être ni démantelés ni affaiblis, et on maintient le fait que l’éducation, la santé et l’audiovisuel doivent aussi faire l’objet d’une exception.
Met het aannemen van dit amendement 3 geven we dan ook eenduidig aan dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen commerciële diensten en openbare diensten en dat aan openbare diensten, zoals water, sanering en energie niet mag worden getornd, en we blijven bij ons standpunt dat eveneens een uitzondering moet worden gemaakt voor de sectoren onderwijs, volksgezondheid en radio en televisie.