L'analyse de la loi sur la police intégrée et de l'arrêté royal du 3 septembre 2000 montre que l'accent a été mis sur deux éléments fondamentaux : tout d'abord, la coordination de l'ensemble des activités des différents directeurs généraux et des services déconcentrés, qui constitue une compétence de coordination importante, et ensuite, veiller au fonctionnement cohérent de l'ensemble.
Uit de analyse van de wet op de geïntegreerde politie en het koninklijk besluit van 3 september 2000 merkt men dat de nadruk wordt gelegd op twee fundamentele elementen : ten eerste, het coördineren van het geheel van de activiteiten van de diverse directeurs-generaal en van de gedeconcentreerde diensten, wat een belangrijke coördinerende bevoegdheid uitmaakt, en ten tweede, het zorgen voor de coherente werking van het geheel.