Selon l'exposé des motifs du projet de loi de 1993 fixant la dotation pour le règne du Roi Albert II, la Liste civile concerne en effet « l'entièreté des moyens que la Nation met à la disposition du Chef de l'État afin de Lui permettre d'exercer la fonction royale en toute indépendance morale et matérielle, aussi bien à l'intérieur qu'à l'extérieur du pays ».
Volgens de memorie van toelichting bij het wetsontwerp uit 1993 dat de dotatie voor de regering van Koning Albert II vaststelde, betreft de Civiele Lijst immers « het geheel der middelen die de Natie ter beschikking stelt van het Staatshoofd om Hem toe te laten in volledige morele en materiële onafhankelijkheid gestalte te geven aan de Koninklijke functie, zowel in binnen- als in buitenland ».