Ensuite, la disposition relative à l'"entrepositaire agréé" constitue un élément important de cette proposition, puisqu'elle sera utilisée "pour la production, la transformation et la détention de produits soumis à accise, de même que pour leur réception ou leur expédition, en suspension de droits" (article 14), ainsi qu'en raison du fait que les États membres ne délivrent cet agrément que si l'entrepositaire répond à cinq conditions (article 15, paragraphe 2).
Voorts is de "erkende entrepothouder" een belangrijke rechtsbepaling, omdat het wordt "gebruikt voor de productie, verwerking en voorhanden hebben van accijnsgoederen, en voor ontvangst of verzending daarvan, onder schorsing van accijns" (art. 14), en omdat de "erkende entrepothouder" onder vijf voorwaarden, wordt erkend door de lidstaten (art. 15, lid 2).
