37. fait part de son inquiétude quant à la situation des droits de l'homme au Rwanda, notamment en ce qui concerne les restrictions à la liberté d'expression et d'association, la réduction de l'espace démocratique accordé aux partis politiques d'opposition et aux activités de la société civile indépendante, ainsi que l'absence d'environnement favorisant l'indépendance du pouvoir judiciaire; invite le gouvernement rwandais à instaurer un espace démocratique dans lequel toutes les composantes de la société peuvent agir librement;
37. spreekt zijn verontrusting uit over de mensenrechtensituatie in Rwanda, onder meer de beperking van de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vereniging, de krimpende democratische ruimte voor politieke oppositiepartijen en onafhankelijke activiteiten van het maatschappelijk middenveld, en het ontbreken van een gunstig klimaat voor een onafhankelijke rechterlijke macht; roept de Rwandese regering op een democratisch speelveld te scheppen waarop alle geledingen van de maatschappij vrij kunnen opereren;