3. Si, en cas d’accident survenu sur le chemin du travail ou au retour sur le territoire d’un État membre autre que l’État membre compétent, il y a lieu de procéder à une enquête sur le territoire du premier État membre afin de déterminer s’il existe des droits aux prestations pertinentes, une personne peut être désignée à cet effet par l’institution compétente, qui en informe les autorités dudit État membre.
3. Indien wegens een ongeval op weg van of naar het werk dat op het grondgebied van een andere lidstaat dan de bevoegde lidstaat heeft plaatsgevonden, op dat grondgebied een onderzoek moet worden verricht om een mogelijk recht op de desbetreffende prestaties vast te stellen, kan het bevoegde orgaan hiertoe een persoon aanwijzen, waarna het de autoriteiten van eerstgenoemde lidstaat van deze aanwijzing in kennis stelt.