l'EUFOR doit agir en tant que force dissuasive, et doit en conséquence être dotée d'un mandat solide, au titre du chapitre VII de la Charte des Nations unies, et disposer de règles d'engagement claires autorisant le recours à la force lorsque cela est nécessaire, spécialement en cas d'attaques contre des civils, des camps, des villages, des travailleurs humanitaires ou des policiers des Nations unies, et aussi en cas d'auto-défense;
EUFOR moet een afschrikwekkende werking hebben, hetgeen betekent dat zij een robuust mandaat moet krijgen overeenkomstig hoofdstuk VII van het VN-Handvest, alsmede duidelijke instructies op grond waarvan zo nodig geweld mag worden gebruikt, met name bij aanvallen op burgers, kampen en dorpen, humanitaire werkers en VN-politiemensen, en voor zelfverdediging,