L
e juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité, avec les articles 10 et 11 de la Constitution, de l'article 2, 2°, du décret wallon du 10 décembre 2009 d'équité fiscale et d'efficacité environnementale pour le parc automobile et les maisons passives en ce qu'il refuse la réduction du précompte immobilier prévue par l'article 257, 4°, du CIR
1992 à partir de l'exercice d'imposition 2009 lorsque l'immeuble est resté inoccupé en dehors de la volonté du propriétaire pendant plus de douze mois, compte tenu de l'ex
ercice d'imposition ...[+++]précédent, s'il s'agit d'un immeuble qui, comme en l'espèce, ne sert pas d'habitation mais est à destination commerciale et dont l'inoccupation a un caractère involontaire.De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 2, 2°, van het Waalse decreet van 10 december 2009 houdende fiscale billijkheid en milieuefficiëntie voor het wagenpark en de passiefhuizen, in zoverre het de vermindering van de onroerende voorheffing bedoeld in artikel 257, 4°, van het WIB
1992 weigert vanaf het aanslagjaar 2009 wanneer het onroerend goed gedurende meer dan twaalf maanden onbewoond is gebleven buiten de wil van de eigenaar, rekening houdend met het vorige aanslagjaar, indien het gaat om een onroerend goed dat, zoals te dezen, niet voor bewoning die
...[+++]nt, maar een commerciële bestemming heeft en waarvan de leegstand een onvrijwillig karakter heeft.