Le Royaume-Uni affirme qu'il devrait également être en droit de se fonder sur le fait qu'une décision d'autorisation en application de l'article 4, paragraphe 3, du règlement de procédure a été prise avant l'octroi de l'exonération fiscale, de telle sorte que l'octroi de l'aide n'était pas illégal dans le sens où cette dernière aurait été accordée sans l'autorisation de la Commission.
Het Verenigd Koninkrijk stelde dat het tevens het recht had erop te vertrouwen dat een goedkeuringsbesluit overeenkomstig artikel 4, lid 3, van de procedureverordening was genomen vóór de verlening van de belastingvrijstelling, zodat de toekenning van de steun niet onrechtmatig was omdat deze zonder goedkeuring van de Commissie zou zijn verleend.