Ainsi, la demande de conciliation est irrecevable lorsque, préalablement à cette demande, soit le redevable a introduit une opposition à contrainte en application de l'article 85 C.TVA, soit une expertise en application de l'article 59, § 2, a été requise pour déterminer la valeur normale des biens ou des services faisant l'objet du désaccord, soit encore le ministre des Finances ou le fonctionnaire délégué par lui a déjà statué sur la contestation.
Zo is de aanvraag tot bemiddeling onontvankelijk indien, voorafgaandelijk aan deze aanvraag, de schuldenaar verzet heeft aangetekend tegen het dwangbevel met toepassing van artikel 85 W.BTW, ofwel een deskundige schatting met toepassing van artikel 59, § 2, gevorderd heeft om de normale waarde van de goederen en de diensten die het voorwerp uitmaken van het meningsverschil te bepalen, ofwel er reeds uitspraak werd gedaan over de betwisting door de minister van Financiën of de door hem gedelegeerde ambtenaar.