Cette disposition confère à la personne suspectée ainsi qu'à la personne lésée le droit de demander, par requête, au procureur du Roi l'accomplissement d'un devoir d'information complémentaire après l'expiration d'un délai d'un mois, à compter, pour la pour la personne suspectée, de la communication du procureur du Roi de cette qualité ou, à défaut, à l'expiration du délai d'un mois prévu par l'article 28octies, alinéa 2 en proposition.
Deze bepaling kent de inverdenkinggestelde persoon, alsmede de benadeelde persoon, het recht toe om, bij verzoekschrift, de procureur des Konings te verzoeken een bijkomende onderzoeksdaad te stellen. Voor de inverdenkinggestelde gaat dat recht gaat in na het verstrijken van een termijn van een maand die een aanvang neemt op het tijdstip dat de procureur des Konings de betrokkene van die inverdenkingstelling in kennis stelt of, zo dat niet gebeurt, zodra de termijn van een maand is verstreken waarin het voorgestelde artikel 28octies, tweede lid, voorziet.