9. estime que la non-violence gandhienne est l'instrument le plus approprié pour le plein exercice, l'affirmation, la promotion et le respect des droits fondamentaux de l'homme; est d'avis que sa diffusion doit être retenue comme un objectif prioritaire de la politique de promotion par l'Union européenne des droits de l'homme et de la démocratie et entend contribuer à l'actualisation et à l'étude des théories et des pratiques modernes d'action non violente, notamment sous la forme d'une analyse comparée des meilleures pratiques util
isées au cours de l'histoire; suggère, afin de ...[+++]conférer à cette démarche le caractère d'une priorité politique, l'organisation en 2009 d'une conférence européenne sur la non-violence et la proclamation de 2010 comme l'Année européenne de la non-violence; demande, en outre, aux États membres d'œuvrer, sous les auspices des Nations unies, pour que soit proclamée la "Décennie de la non-violence 2010-2020";
9. is van mening dat geweldloosheid zoals gepraktiseerd door Ghandi, het meest geëigende middel is om ervoor te zorgen dat fundamentele mensenrechten maximaal worden genoten, gehandhaafd, bevorderd en geëerbiedigd; is voorts van mening dat de bevordering van mensenrechten een prioritaire doelstelling van het mensenrechten- en democratiebeleid van de Europese Unie moet zijn, en is voornemens een bijdrage te leveren aan het op de hoogte blijven en bestuderen van moderne theorieën over en hedendaagse toepassingen van het beginsel van geweldloosheid, deels door het maken van een ver
gelijkende analyse van ‘best practices’; stelt voor om dit
...[+++] idee een centrale politieke rol te geven en te dien einde in 2009 een Europese conferentie over geweldloosheid te organiseren en 2010 uit te roepen tot het ‘Europees Jaar van geweldloosheid’; doet een oproep aan de lidstaten om er zich sterk voor te maken dat onder auspiciën van de Verenigde Naties het decennium 2010-2020 wordt uitgeroepen tot het ‘Decennium van Geweldloosheid’;