H. considérant que Lord Judd, porte-parole de l'APCE pour la Tchétchénie, a annoncé le 21 mars 2002 au cours de sa récente visite à Moscou son intention d'évoquer, lors de la prochaine session de l'APCE, la possibilité de mettre sur pied un groupe consultatif spécial sur la Tchétchénie chargé d'examiner les questions retenant l'attention à propos de ce pays, telles que les droits de l'homme et poursuite judiciaires à l'encontre des personnes déclarées coupables de violations des droits de l'homme en Tchétchénie,
H. overwegende dat de woordvoerder voor Tsjetsjenië van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa, Lord Judd, tijdens zijn recente bezoek aan Moskou op 21 maart 2002 zijn voornemen bekendmaakte tijdens de volgens sessie van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa het onderwerp van de oprichting van een speciale consultatiegroep voor Tsjetsjenië ter sprake te brengen, voor de belangrijkste onderwerpen die in verband met Tsjetsjenië aandacht vereisen, te weten de mensenrechtensituatie en de vervolging van personen die schuldig zijn bevonden aan schendingen van mensenrechten op het grondgebied van Tsjetsjenië,