considère que les relations et les partenariats avec les grands fournisseurs d'énergie, les pays de transit et les pays consommateurs sont importants et doive
nt être renforcés; souligne cependant que l'approfondissement de ces relations et de ces partenariats ne saurait se faire au détriment des valeurs fondatrices de l'Union, notamment en mat
ière de droits de l'homme; souligne à cet égard que le développement de la confiance et de liens juridiquement contraignants entre l'Union, les pays producteurs et les pays
...[+++] de transit devrait aller de pair avec la promotion et le respect de la démocratie, des droits de l'homme et de l'état de droit; demande l'élaboration et l'adoption de politiques et de mesures concrètes à cet effet; is van oordeel dat de betrekkingen en partnerschappen tussen belangrijke energieleveranciers, doorvoerlanden en afnemerlanden van groot belang zijn en verdiept moeten worden; wijst er evenwel op dat de verdieping van deze betrekkingen en partnerschappen in geen geval ten koste mag gaan van de fundamentele waarden van de Europese Unie, met name met betrekking tot de eerbiedi
ging van de mensenrechten; onderstreept in dit verband dat de opbouw van een vertrouwensbasis en sterkere en juridisch bindende afspraken tussen de Europese Unie en de productie- en doorvoerlanden hand in hand moeten gaan met de bevordering en eerbiediging van democr
...[+++]atie, mensenrechten en rechtsstaat; dringt aan op de ontwikkeling en vaststelling van beleid en concrete maatregelen om deze doelstellingen te bereiken;