(1) Il convient que l'Union européenne adopte un ensemble complet d'instruments concernant un éventail de politiques liées à l'action extérieure, dont la mise en œuvre requiert des règles et des modalités spécifiques communes. Ces instruments sont les suivants: l'instrument de financement de la coopération au développement ("ICD"), l'instrument européen pour la démocratie et les droits de l'homme ("IEDDH"), l'instrument européen de voisinage ("IEV"), l'instrument de stabilité ("IdS"), , l'instrument d'aide de préadhésion ("IAP II") et l'instrument de partenariat ("IP").
(1) De Europese Unie dient een alomvattende reeks instrumenten vast te stellen die een breed beleidsspectrum met betrekking tot haar externe optreden bestrijkt, en voor de uitvoering waarvan specifieke gemeenschappelijke voorschriften en procedures vereist zijn. Het gaat hierbij om: het instrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI), het Europees instrument voor democratie en mensenrechten (EIDHR), het Europees nabuurschapsinstrument (ENI), het stabiliteitsinstrument (IfS), , het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) en het partnerschapsinstrument (PI).