15. insiste sur
le fait que l'Union devrait prévoir un financement suffisant, en adéquation avec son engagement renforcé à l'égard de son voisinage; estime que le réexamen à mi–parcours des instruments de financement extérieur devrait tenir compte de la PEV révisée e
t que l'IEV devrait donc refléter la volonté d'accroître l'efficacité de la PEV et garantir la prévisibilité et la viabilité de l'engagement de l'Union avec nos partenaires ainsi qu'un degré approprié de flexibilité dans les procédures; demande en outre une plus grande c
...[+++]ohérence entre les différents instruments de financement extérieur de l'Union; 15. onderstreept dat de EU het streven naar grotere betrokkenheid bij de buurlanden moet koppelen aan voldoende financiering; is van oordeel dat bij de tussentijdse evaluatie van de externe financiële instrumenten rekening moet worden gehouden met het herziene beleid en dat het ENI dan ook het streven naar een efficiënter ENB moet weerspiegelen en moet zorgen voor een voorspelbare en duurzame betrokkenheid van de EU bij haar partnerlanden en voor een passend niveau van procedurele flexibiliteit; verzoekt bovendien om meer samenhang en consistentie tussen de verschillende externe financieringsinstrumenten van de EU;