La Cour constate, à cet égard, que, l'assemblée générale de la section du contentieux administratif du Conseil d'Etat était invitée à vérifier si l'indépendance et l'impartialité du Conseil d'Etat étaient affectées en ce que, in casu, certains de ses membres, qui avaient « donné un avis sur la loi du 4 juillet 1989 et l'arrêté royal du 31 août 2005 » devaient « statuer sur l'éventuelle illégalité d'une règle de droit à propos de laquelle ils ont précédemment émis un avis ».
Het Hof stelt in dat verband vast dat de algemene vergadering van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State werd verzocht na te gaan of de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de Raad van State waren aangetast in zoverre, in casu, sommige van haar leden, die « raad gegeven hebben over de wet van 4 juli 1989 en het koninklijk besluit van 31 augustus 2005 », moesten « oordelen over de eventuele onwettigheid van een rechtsregel waarover zij zelf eerder hebben geadviseerd ».