5.2. Lorsque les moyens aériens d'une Partie se trouvent dans l'impossibilité de réagir adéquatement à la menace, les aéronefs militaires de l'autre Partie sont autorisés à prendre, dans l'ensemble de la zone d'intérêt mutuel, toute mesure active de sûreté aérienne définie à l'article 1 paragraphe 1.4 du présent Accord.
5.2. Wanneer de luchtmiddelen van een Partij in de onmogelijkheid verkeren om op gepaste wijze te reageren op de dreiging, mogen de militaire luchtvaartuigen van de andere Partij iedere actieve luchtvaartbeveiligingsmaatregel, bepaald in artikel 1, paragraaf 1.4 van dit akkoord, treffen, en dit in het volledige wederzijdse belangengebied.