« Sauf le cas de flagrant délit, aucun membre de l'une ou de l'autre Chambre ne peut, pendant la durée de la session, en matière répressive (faire l'objet de mesures de contrainte requérant l'ordre d'un juge), être inculpé, renvoyé ou cité directement devant une cour ou un tribunal, ni être arrêté qu'avec l'autorisation de la Chambre dont il fait partie.
« Behalve bij ontdekking op heterdaad kan geen lid van een van beide Kamers, tijdens de zitting, in strafzaken (het voorwerp uitmaken van dwangmaatregelen waarvoor het bevel van een rechter is vereist), in verdenking worden gesteld, verwezen of rechtstreeks gedagvaard voor een hof of een rechtbank, of worden aangehouden dan met verlof van de Kamer waarvan hij deel uitmaakt.