4° la jouissance, dans son chef et/ou dans le chef de son conjoint, d'une indemnité pour cause de maladie, d'invalidité, de chômage involontaire ou d'interruption de carrière, par application d'une législation de sécurité sociale belge ou étrangère ou d'un statut applicable au personnel d'une institution de droit public international, ou d'une indemnité complémentaire accordée dans le cadre d'une prépension conventionnelle;
4° het genot, in zijn hoofde en/of in hoofde van zijn echtgenoot, van een uitkering wegens ziekte, invaliditeit-, onvrijwillige werkloosheid, loopbaanonderbreking bij toepassing van een Belgische of buitenlandse wetgeving inzake sociale zekerheid of van een statuut dat van toepassing- is op het personeel van een volkenrechtelijke instelling, of van een aanvullende vergoeding, toegekend in het kader van een conventioneel brugpensioen;